Column Joris Luyendijk in De Standaard van donderdag 14 februari 2013

# ingekort, zie DS voor volledige tekst

( ) Mijn vraag: zijn de cabaretiers, journalisten, presentatoren en columnisten die op dit moment het cynisme over ‘de’ politiek voeden in laatste instantie de nuttige idioten van de financiële lobby? Zo zien ze zichzelf vast niet, en wie weet zit ik ernaast. Dit is de redenering: de gedachte dat je politici nooit genoeg kon kleineren dateert uit een tijd dat ze de macht in onze samenleving hadden. Macht corrumpeert, absolute macht corrumpeert absoluut, dus hoe kleiner je politici snoeide, hoe meer ruimte de vrijheid kreeg.
Dat was toen. Nu leven we in een geglobaliseerde wereld, waarin de politiek aan de ketting ligt. Zakenbanken zijn zo rijk en machtig geworden dat ze gigantische beloningen kunnen geven aan politici die binnen de lijntjes blijven. In de Angelsakische wereld en ook steeds vaker in Europa is een baan in de politiek, bij een toezichthouder of de centrale bank geen roeping meer. Het is een opstap naar een riante baan in de financiële sector. ( )
Wat we nodig hebben, zijn geharde idealisten. Mensen die durven te formuleren wat er mis is met de financiële sector van vandaag, die kunnen uiteenzetten hoe een stabiele en morele financiële sector eruit zou zien, die vervolgens helder de stappen kunnen aangeven op de weg daarnaar toe, en die ten slotte kunnen uitleggen waarom die stappen nog altijd niet worden gezet. (En ja, wat we ook nodig hebben zijn politieke journalisten die naar zulke politici op zoek gaan).

Noem het de Goldman Sachs-test: stel je voor dat je de belangrijkste lobbyist bent van de zakenbank die het meest heeft geprofiteerd van de financiële crisis, en wiens ‘alumni’ (oud-werkemers) nu op cruciale posten zitten in westerse democratieën – van het Witte Huis tot de centrale banken van Engeland en Europa en het Italiaanse premierschap. ( )
Mijn vraag is dan: werkt cynisme over politici deze Goldman Sachs-lobbyist in de hand? Ik zou zeggen van wel. Behalve de verdwaalde ophitsers en naïeve nitwits die we kennen van radio en tv, moeten er ook politici zijn die wel degelijk zien wat er gaande is, en wat er moet gebeuren. Maar het werk van dergelijke idealisten wordt moeilijker, zo niet onmogelijk, in een verlammend klimaat van algemeen cynisme over ‘de’ politiek, waarin de geharde idealist met de nitwits en de ophitsers over één kam wordt geschoren.

REACTIES

Op 14 februari 2013 omstreeks 12:35, zei Jerry Mager:

Meneer Luyendijk draait de zaak faliekant om: het parachuteren per oekaze van de ‘Boys van Godman Sachs’ op Europese sleutelposten, dát getuigt pas van brutaal cynisme. Niet wij, de burgers, zijn cynici, maar zij, die ons allemaal ostentatief aan hun laarzen lappen en ons onze onbeduidendheid openlijk inwrijven. Hoe neutraliseer je vandaag de dag cynisme jegens politiekers? Door zoals bijvoorbeeld in Ndl. een PvdA’er op de post van Minister van Financiën te plakken, die het bestaat binnen enkele dagen, eerst grote bankiers-salarissen te verdedigen (met genant sleetse dooddoeners) om ze daarna pro forma toch maar af te keuren? Dergelijke lieden beschouwen instellingen als GS als hun ‘thuis’ en land. Een paspoort is voor hen hooguit een reisdocument, een schaamlap, en dient eventueel als identificatie om bij een bankkluis te kunnen. Tja, wat moet je ermee, nietwaar? Toch maar steeds opnieuw naar die stembus blijven huppelen? Is dat cynisch of stupide? Schrijf daar eens over.

Op 14 februari 2013 omstreeks 15:07, zei Bert L.:
Dus als iemand vanuit een politiek overheidsorgaan naar een grootbank verhuisd is het slecht. Als iemand van een grootbank verhuist naar een overheidsorgaan … dan is het ook slecht. Tweede punt: hoe kan de kiezer de poliekers dwingen de juiste beslissingen te nemen als de economische kennis van de 4 de macht zo klein is? En hoe ethisch is het het ridiculiseren van politiekers aan te kaarten en zelf uw garen te spinnen op het demoniseren van de werknemers uit de financiele wereld? Qua lobbyen .. enkel nog voor NGO’s en vakbondsbewegingen?

Op 14 februari 2013 omstreeks 15:39, reageert Jerry Mager op Bert L.:

Het overspringen (als een luis van gastheer naar gastheer) in deze biotopen laat zich voor mij steeds sterker vergelijken met de klassieke scheiding der drie machten, zoals we die nog steeds – tenminste formeel en met de mond – belijden en praktiseren sinds de trias politica van Montesquieu, en veel eerder: reeds bij de Romeinen. U kent kardinaal de Richelieu, die kerk en politiek helemáál niet scheidde. De Verlichtingsmythe laat velen nog steeds geloven in die staatsinrichting. Tegenwoordig is de inwisselbaarheid alleen groter geworden via het fenomeen ‘manager’, dat geslachtloze fenomeen, dat volgens de moderne mythologie álles kan managen, los van ideologie en louter vanuit het instrumentele, onpersoonlijke, efficiency- en winstdenken. De mennudjur schoeit alles op de leest van ‘het bedrijf’ en bezigt overal hetzelfde koeterwaals: producten, opbrengsten, winsten en meer van die loze termen die pure nonsens zijn als ze buiten de geëigende context worden gehanteerd. Verwoestend.